EconomieKoerdistanNieuws

Erbil hekelt Bagdad: ‘Grondwettelijke rechten Koerden genegeerd’

Een hooggeplaatste functionaris van de Koerdische Regionale Regering (KRG) heeft scherpe kritiek geuit op de federale regering in Bagdad vanwege het herhaaldelijk achterhouden van salarissen voor ambtenaren in de Koerdische regio. Volgens Mohammed Zrari, directeur-generaal van het Bureau voor Financiële Controle in de Koerdische Regio, handelt Bagdad in strijd met de Iraakse Grondwet en maakt het zich schuldig aan discriminatie van Koerdische burgers.

“De ongelijkheid tussen burgers in de Koerdische regio en de rest van Irak staat haaks op de Grondwet. Terwijl elders in Irak de salarissen op tijd worden uitbetaald, worden ze in Koerdistan bijna elke maand onder een ander voorwendsel vertraagd,” aldus Zrari tegenover zender Kurdistan24.

Grondwettelijke rechten onder druk

Zrari verwijst naar artikel 14 van de Iraakse Grondwet, dat gelijke behandeling van alle burgers garandeert. Hij stelt dat de huidige gang van zaken — waarbij Koerdische ambtenaren vaak weken moeten wachten op hun salaris — niet alleen discriminerend is, maar ook een directe schending vormt van het federale systeem zoals vastgelegd in artikel 121 van de Grondwet.

“Het is niet grondwettelijk verplicht dat wij onze salarislijsten maandelijks naar Bagdad sturen voor goedkeuring. Integendeel: het is Bagdad dat verplicht is om de begrotingsaandeel van Koerdistan regelmatig en zonder vertraging over te maken,” voegde hij toe.

Volgens Zrari ondermijnt het huidige systeem, waarbij Bagdad maandelijkse goedkeuring eist, de autonomie van de Koerdische regio op financieel en bestuurlijk vlak.

Discussie over inkomstenverdeling

De spanningen tussen Erbil en Bagdad zijn al jaren onderwerp van discussie, vooral op het gebied van inkomsten uit olie en grensheffingen. Volgens Zrari is de KRG bereid om 50% van haar niet-olie inkomsten, zoals douanerechten en belastingen, over te dragen aan Bagdad. “Maar Bagdad wil álle inkomsten innen en slechts de helft teruggeven. Dat is niet in overeenstemming met de wet uit 2019, die nooit duidelijkheid heeft gegeven over hoe die verdeling eruit moet zien,” aldus Zrari.

Hij pleit voor de oprichting van een gezamenlijke commissie om tot een transparant en eerlijk systeem te komen.

Onzekerheid over begrotingsaandeel

Zrari uitte ook kritiek op het door Bagdad vastgestelde begrotingsaandeel van 12,67% voor de Koerdische regio. “Dat percentage is nergens expliciet vastgelegd in de begrotingswet, en zelfs dit deel wordt niet structureel uitbetaald,” zei hij. Volgens hem wordt het budget van Koerdistan hiermee feitelijk buiten het nationale kader geplaatst, wat de indruk wekt dat het is bedoeld om de regio structureel financieel te verzwakken.

Politieke drukmiddelen

Eerder op de dag sprak ook parlementslid Vian Dakhil (KDP) zich fel uit tegen de federale regering. Zij beschuldigde Bagdad ervan herhaaldelijk politieke en financiële druk uit te oefenen op Erbil, ondanks eerder gemaakte afspraken over begroting en inkomstenverdeling.

“De KRG heeft alle benodigde documenten telkens transparant aangeleverd. Toch negeert Bagdad zijn verplichtingen keer op keer, wat de spanningen alleen maar verder aanwakkert,” aldus Dakhil.

De aanhoudende onenigheid over de financiële rechten van de Koerdische regio blijft daarmee een splijtzwam binnen de Iraakse federatie, met directe gevolgen voor honderdduizenden ambtenaren in het noorden van het land.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door deze site te blijven gebruiken, accepteert u ons gebruik van cookies.  Cookieverklaring