Nieuwe leiders, oude ideologie: Syrië ontkent opnieuw de Koerdische identiteit

Door onze hoofdredacteur 

De Syrische overgangsregering presenteerde onlangs een nieuwe nationale feestdagenkalender. Wat op papier een technische hervorming lijkt, is in werkelijkheid een signaal van politieke continuïteit: de Koerdische identiteit wordt opnieuw systematisch genegeerd.

Op 21 maart, de dag waarop wereldwijd miljoenen Koerden Newroz vieren, het feest van vrijheid, hernieuwing en verzet, zullen Syriërs officieel Moederdag vieren. Net als onder de Assads blijft de Koerdische nieuwjaarsdag buiten de nationale kalender. Het is een bewuste keuze. Een politieke boodschap.

De vuur van Newroz dooft niet
Decennia lang hebben Syrische regimes geprobeerd de Koerdische cultuur te marginaliseren: door feestdagen te herschrijven, plaatsnamen te arabiseren en publieke vieringen te verbieden. Maar geen enkele leider, geen Assad, geen Baath-ideoloog is er ooit in geslaagd de vlam van Newroz in de Koerdische harten te doven. Integendeel: elke poging tot onderdrukking heeft de symbolische kracht van Newroz juist versterkt.

In steden als Qamishlo, Amûdê en Afrin wordt het feest nog altijd gevierd, ondanks militaire bezetting, arrestaties en culturele censuur. Vuren worden aangestoken, gedichten voorgedragen, families trekken massaal de natuur in. Newroz is geen folkloristisch ritueel dat door staatsdecreten kan worden afgeschaft; het is een collectief geheugen dat van generatie op generatie wordt doorgegeven.

Nieuwe gezichten, oude ideologie
De overgangsregering van Ahmad al-Sharaa presenteert zich als een nieuw, democratisch Syrië. Maar wie goed kijkt, ziet dezelfde ideologische patronen terugkeren. De grondwet van maart en de nieuwe feestdagenlijst tonen hoe weinig ruimte er werkelijk is voor niet-Arabische identiteiten.

Dat is niet verrassend als je bedenkt wie er mee aan tafel zit. Figuren als Abu Mohammad al-Jolani tot voor kort internationaal op terreurlijsten presenteren zich tegenwoordig in kostuum en das als betrouwbare gesprekspartners voor westerse diplomaten. Maar hun ideologische kern is nauwelijks veranderd. De politieke cosmetica verhult dat dezelfde exclusieve, Arabisch-islamitische staatsvisie nog steeds richtinggevend is.

Newroz erkennen zou betekenen dat Syrië ook de Koerden als volwaardig onderdeel van het land moet erkennen. En juist dat blijft onbespreekbaar.

Rechten die niet erkend worden
Koerden vormen naar schatting tien procent van de Syrische bevolking, tussen de 2 en 3,5 miljoen mensen. Ze hebben jarenlang een sleutelrol gespeeld in de strijd tegen IS en de stabilisering van Rojava. Desondanks zijn hun politieke rechten in het ‘nieuwe Syrië’ nauwelijks beter gewaarborgd dan onder Assad.

De overgangsautoriteiten weigeren culturele rechten wettelijk vast te leggen, echte politieke vertegenwoordiging te garanderen of symbolen van Koerdische identiteit op nationaal niveau te erkennen. De niet-erkenning van Newroz is daar slechts het zichtbare topje van de ijsberg.

De kalender van macht
Feestdagen zijn nooit neutraal. Ze vertellen wie erbij hoort en wie niet. Door Newroz te blijven negeren, kiest Damascus opnieuw voor uitsluiting. De Syrische staat mag proberen het Koerdische verhaal uit de kalender te schrappen, maar ze kan het niet uitwissen uit de geschiedenis.

Want Newroz is meer dan een dag. Het is een herinnering aan strijd en hoop, aan vrijheid en zelfbeschikking. Zolang er Koerden zijn, zal het vuur branden ongeacht wie er in Damascus de macht heeft.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door deze site te blijven gebruiken, accepteert u ons gebruik van cookies.  Cookieverklaring