Koerdische boeren in Kirkuk beschuldigen Iraakse leger van ‘Arabisatie’
Koerdische boeren in de omstreden provincie Kirkuk beschuldigen het Iraakse leger ervan Arabische kolonisten te helpen bij het in beslag nemen van hun landbouwgrond. Deze aantijgingen worden echter door het leger ontkend.
“Soldaten van het Iraakse leger, verbonden aan de Eastern Salahaddin Operations, bieden ondersteuning aan Arabieren die worden binnengebracht om de landbouwgrond van Koerdische boeren in te nemen,” aldus Mullah Hassan Garmiani, vertegenwoordiger van Koerdische boeren in het Daquq-district, tegen Rudaw.
Hij beschuldigde het leger er ook van vier Koerdische boeren te hebben gearresteerd terwijl zij hun land aan het irrigeren waren, “terwijl er geen juridische problemen zijn met deze gronden.” De boeren werden later vrijgelaten.
Commandant Ali al-Maliki van de Eastern Salahaddin Operations ontkent de aantijgingen. “Wij opereren niet in Daquq en zijn niet op de hoogte van de arrestatie van Koerdische boeren in dat gebied,” zei hij tegen Rudaw. “Wij maken geen onderscheid tussen Koerdische en Arabische boeren. Onze taak is het bieden van veiligheid, en we mengen ons niet in landconflicten.”
In mei liepen de spanningen tussen Koerdische boeren en Arabische kolonisten hoog op nabij het dorp Palkana. Arabische kolonisten verhinderden boeren hun gewassen te oogsten, met verwijzing naar eigendomsdocumenten uit de tijd van Saddam Hoessein. In november verbood het Iraakse leger Koerdische boeren in het Sargaran-subdistrict om hun velden te ploegen ter voorbereiding op wintergewassen.
Sommige Koerdische boeren beweren dat Arabische boeren hen nog steeds blokkeren bij hun werk. “Hoewel er een tijdelijke overeenkomst is bereikt om ons toegang te geven tot het land, mogen we nog steeds delen ervan niet gebruiken,” aldus een gefrustreerde boer.
Het conflict over land in Kirkuk gaat terug tot de Baath-periode. In 1975 werden Koerden en Turkmenen van hun land verdreven onder het voorwendsel dat het zich in een ‘oliegebied’ bevond. In 1977 werd het land, op basis van een decreet van het Baath-regime, toegewezen aan Arabische kolonisten die vanuit andere delen van Irak werden overgebracht.
Na de val van Saddam Hoessein in 2003 trachtte Irak met artikel 140 van de grondwet de demografische veranderingen terug te draaien. Dit proces van de-Arabisatie is echter nooit volledig uitgevoerd, en landconflicten blijven voortduren. Een wet voor grondrestitutie, voorgesteld door Koerdische parlementariërs, stuit op verzet van Arabische wetgevers.
De situatie blijft gespannen in Kirkuk, waar politieke en etnische verdeeldheid de toekomst van het gebied onzeker maakt.
Bron: Rudaw