Iran versterkt grenzen tegen smokkel en gewapende groepen
De uitvoering van Iran’s plan om de grenzen te versterken en de grensoverschrijdende activiteiten te controleren, heeft nu zijn grens met de Koerdische regio bereikt, aldus een grensfunctionaris op zaterdag.
“Het grenssluitingsplan begon in het zuidoosten van het land en wordt nu uitgevoerd bij de grens van Hangeh-ye Zhal in Baneh,” zei grenswachtchef Ahmad Ali Goudarzi tegen het Iraanse persbureau IRNA.
Hangeh-ye Zhal is een Koerdisch bewoond dorp in het district Baneh in de provincie Koerdistan, vlakbij de grensovergang Penjwen. De provincie Koerdistan deelt een bergachtige grens met de Koerdische regio.
Het doel van het plan is om de veiligheidsmaatregelen langs de grenzen te versterken, inclusief het bouwen van muren, in gebieden waar smokkel plaatsvindt en gewapende oppositiegroepen zich bevinden, meldde IRNA in oktober, onder verwijzing naar Mohammad Aref Sepehri, een grenswachtcommandant.
Het project begon in het oosten van Iran in de provincie Sistan en Baluchestan, die grenst aan Afghanistan en Pakistan, en strekt zich uit naar de westelijke grenzen in de Koerdisch bewoonde gebieden van de provincies West-Azerbeidzjan en Koerdistan.
Aanvallen op Iraanse veiligheidsdiensten in de provincie Sistan en Baluchestan worden vaak uitgevoerd door gewapende Baloech-groepen, voornamelijk Jaish al-Adl.
“Op basis van veiligheids- en militaire beoordelingen zijn de meest kritieke gebieden de grenslijnen met Pakistan en Afghanistan, die goed zijn voor 80% van de drugshandel naar Iran,” zei Goudarzi.
De kosten van het project worden geschat op drie miljard euro en “het zou binnen maximaal vijf jaar voltooid moeten zijn,” voegde hij eraan toe.
Iraans-Koerdische oppositiegroepen waren voorheen gevestigd in de Koerdische regio dicht bij de grens met Iran, voordat ze als onderdeel van een beveiligingspact tussen Bagdad en Teheran vorig jaar verder van de grens werden verplaatst.
De Iraans-Koerdische oppositiegroepen omvatten de Koerdische Democratische Partij van Iran (KDPI), Komala, de Vrije Levenspartij van Koerdistan (PJAK) en de Koerdische Vrijheidspartij (PAK).
De grens tussen de Koerdische regio en Iran is doorlaatbaar en er zijn talloze veelgebruikte smokkelaarsroutes. Kolbars zijn semi-legale dragers die onbelaste goederen over de grens transporteren en vaak het doelwit zijn van Iraanse veiligheidsdiensten.
Veel kolbars worden door armoede en het gebrek aan alternatieve werkgelegenheid in dit beroep gedwongen. De Iraanse regering beschuldigt kolbars van het binnenbrengen van wapens in het land en van het worden gebruikt door vijanden van Iran.
