Hof van cassatie handhaaft gevangenisstraf voor Koerdische journaliste Beritan Canözer
Het Hof van Cassatie in Turkije heeft de gevangenisstraf voor de Koerdische journaliste Beritan Canözer bevestigd, die werd veroordeeld voor “terroristische propaganda”. Dit betekent dat Canözer nu haar gevangenisstraf zal moeten uitzitten, nadat de hoogste rechtbank in Turkije haar zaak definitief heeft beoordeeld.
De zaak tegen Canözer gaat terug naar haar sociale media-activiteiten tussen 2013 en 2016, toen zij nieuwsberichten en berichten deelde die later als strafbaar werden bestempeld door de autoriteiten. In 2019 werd Canözer door de 11e Zware Strafkamer van Diyarbakır veroordeeld tot 1 jaar, 10 maanden en 15 dagen gevangenisstraf voor “het maken van propaganda voor een terroristische organisatie via de pers en publicaties.”
Canözer’s advocaat, Resul Temur, ging in beroep tegen de veroordeling bij het Regionale Hof van Justitie in Diyarbakır, maar dit beroep werd in 2021 afgewezen. Het Hof van Cassatie, het hoogste gerechtshof in Turkije, oordeelde dat er geen juridische fouten waren in de beslissing van de lagere rechtbank en bevestigde de straf.
Achtergrond van de Zaak
Canözer begon haar journalistieke carrière in 2014 en werd sindsdien voortdurend geconfronteerd met juridische vervolging en onderdrukking. In 2016 werd ze gearresteerd terwijl ze verslag deed van een protest in Diyarbakır, en werd drie maanden vastgehouden op beschuldiging van “redelijke verdenking”.
Haar werk als journaliste, haar aanwezigheid bij protesten en persconferenties, en haar social media-berichten hebben geleid tot zes politie-invallen in haar woning. Canözer is vijf keer gearresteerd, twee keer in voorlopige hechtenis genomen en zeven keer voor verhoor opgeroepen. Ze heeft te maken gehad met acht rechtszaken, waarbij de aanklachten varieerden van “lidmaatschap van een terroristische organisatie” tot “belediging van een openbaar ambtenaar”.
Van de acht rechtszaken tegen haar resulteerden drie in vrijspraak, waaronder de aanklacht van lidmaatschap van een terroristische organisatie. Eén zaak werd geseponeerd wegens duplicatie, terwijl vier zaken voor “terroristische propaganda” haar in totaal zeven jaar en zes maanden gevangenisstraf opleverden. Twee van deze veroordelingen, goed voor twee jaar en zes maanden, werden geschorst, maar de overige veroordelingen, van respectievelijk 1 jaar, 10 maanden en 15 dagen, en drie jaar, 1 maand en 15 dagen, zijn niet uitgesteld.
Canözer’s veroordeling wordt door velen gezien als een vorm van politieke onderdrukking van journalisten en mensenrechtenactivisten in Turkije, vooral binnen de Koerdische gemeenschap, die vaak doelwit is van vervolging door de Turkse staat.
